Felv/fiv bij de kat
FeLV
FeLV is een virusziekte bij de kat die leukemie kan veroorzaken, maar vooral onderdrukking van het immuunapparaat veroorzaakt (immuunsuppressie), waardoor katten gevoeliger zijn voor infecties. Van alle katten die het virus oplopen, overwint 40% het virus binnen 3 tot 4 maanden. De andere 60% van de katten zijn levenslang besmet. Van deze katten overlijdt 25% binnen 1 jaar. Na 3 jaar is 75% van de katten met een besmetting overleden. Gelukkig komt deze ziekte in Nederland relatief weinig voor. Raskatten worden bijna standaard op deze ziekte getest voordat ze voor de fok gebruikt mogen worden. Na infectie vermeerderd het virus zich in de tonsillen en van daaruit verspreidt het zich naar de lymfevaten en lymfeknopen. Als het virus zich naar de speekselklier verspreidt kan het andere katten gaan besmetten. Besmetting vind plaats door langdurig sociaal contact (elkaar wassen, uit het zelfde bakje eten, etc.). Ook door bloed contact (vechten) en via ontlasting kan een kat besmet raken. Een drachtige poes kan haar kittens via de placenta en via de moedermelk besmetten.
Symptomen
De symptomen zijn niet specifiek. Het virus kan tumoren veroorzaken (leukemie), bloedarmoede, ontstekingen van de iris (uveïtis) en tandvlees ontstekingen. Het belangrijkste symptoom is de weerstandsvermindering en daardoor de kans op allerlei infecties.
De belangrijkste algemene symptomen zijn
- Vermageren
- Vergrote lymfeknopen
- Sloomheid
- Koorts
- Benauwdheid
- Uveïtis (oogontstekingen)
Diagnose
De diagnose wordt door middel van een bloedonderzoek gesteld. Er is een sneltest (snaptest) waarbij met een druppel bloed in 5 minuten een infectie kan worden aangetoond. Bij gezonde katten is een positieve uitslag (de kat is besmet met het virus) minder betrouwbaar, maar katten die ziek zijn en positief testen is de test erg betrouwbaar. Katten die positief testen, op het FeLV virus, dienen geïsoleerd te worden om besmetting van andere katten te voorkomen.
Deze test kunnen wij op de praktijk doen en binnen enkele minuten heeft u de uitslag.
Behandeling
Katten met een FeLV besmetting zullen uiteindelijk helaas overlijden. Soms kunnen we tijdelijke verlichting geven door de secundaire infectie met antibiotica te behandelen. Katten die besmet zijn met het FELV virus mogen niet meer naar buiten om te voorkomen dat ze andere katten besmetten.
Voorkomen van een infectie
Een infectie kan voorkomen worden door een kat binnen te houden, zonder contact met andere katten. Er is ook een vaccinatie tegen deze infectie te krijgen, maar deze vaccinatie biedt echter geen 100% bescherming. Deze vaccinatie wordt niet standaard in Nederland gevaccineerd. Dit omdat het geen 100% bescherming biedt en het vaccin ook bijwerkingen heeft. Verder kunnen katten preventief getest worden met een bloedonderzoek voordat ze bij een andere kat geplaatst worden. Raskatten worden preventief gescreend voor er mee gefokt mag worden.
FIV
FIV is een virusinfectie die ook wel kattenaids wordt genoemd. Het virus tast het immuunsysteem aan en katten met een FIV besmetting worden dus gevoelig voor allerlei infecties. Net als bij mensen wordt dit virus overgebracht door bloedcontact. Infectie komt vooral door vecht- en bijtwonden. Het is natuurlijk niet vreemd dat katers dus vaker besmet worden dan poezen. Ook bij dekkingen wordt vaak gebeten (nekbeet). Een drachtige poes kan ook haar kittens besmetten. In mindere mate kunnen katten elkaar ook besmetten door langdurig sociaal contact, maar, anders dan bij FeLV, komt dit maar weinig voor.
Symptomen
- Vermageren
- Vergrote lymfeknopen
- Sloomheid
- Koorts
- Benauwdheid
- Uveïtis (oogontstekingen)
Diagnose
Ook dit virus wordt aangetoond door middel van een sneltest (snaptest). Met een kleine hoeveelheid bloed kunnen we binnen enkele minuten weten of een kat besmet is met het FIV virus.
We zien verschillende stadia tijdens een FIV besmetting
Stadium 1 Acute stadium: De kat is wel besmet, maar vertoont vrijwel geen ziekteverschijnselen. Een enkel dier heeft koorts.
Stadium 2 Asymptomatische fase: Deze fase kan vrij lang duren, soms wel langer dan 5 jaar. In deze fase kan de kat wel andere dieren besmetten, maar heeft zelf geen symptomen.
Stadium 3: In deze fase heeft de kat allerlei vage en algemene symptomen, zoals: koorts, oogontstekingen, verminderde eetlust en vermageren.
Stadium 4 AIDS gerelateerd stadium: In deze fase komen de meeste dieren bij de dierenarts. De eigenaar ziet dat er wat mis is, al zijn de klachten vaak wat algemeen. Zo zien we tandvleesontstekingen, oogontstekingen, vermageren, zwelling van de lymfeknopen, benauwdheid en diarree. Vaak wordt dit steeds erger.
Stadium 5 AIDS: Uiteindelijk bereikt een deel van de katten het stadium dat je kunt vergelijken met AIDS. De kat vermagert, krijgt chronische ziekteproblemen en allerlei infecties die hij niet meer kan overwinnen, zoals: longontsteking. Een enkele keer zien we ook zenuwafwijkingen.
Behandeling
Deze ziekte is niet te behandelen en er is ook geen vaccin beschikbaar. Soms kunnen we secundiare infecties met antibiotica behandelen. Katten die besmet zijn met het FIV virus mogen niet meer buiten komen, om te voorkomen dat ze andere katten kunnen besmetten. Raskatten worden preventief gescreend voor er mee gefokt mag worden.