Sterilisatie van de voedster
Een vrouwelijk konijn wordt een voedster genoemd en bij de sterilisatie worden de eierstokken en de baarmoeder verwijderd. Bij voedsters is sterilisatie niet alleen heel belangrijk om ongewenst gedrag te voorkomen, maar ook heel belangrijk voor de gezondheid van de voedster.
Bij 80% van de niet gesteriliseerde voedsters (boven de 4 jaar leeftijd) komen kwaadaardige tumoren van de baarmoeder voor. Deze tumoren zaaien ook snel uit naar andere organen, bijvoorbeeld: naar de longen. De kans is groot dat als de voedster klachten krijgt en we voelen een zwelling op de baarmoeder dat de tumor al uitgezaaid is. Dan is het dus vaak ook te laat om nog een behandeling in te stellen.
De kans dat uw voedster tumoren krijgt is statistisch bewezen groot en kan al op jonge leeftijd voor komen. Daarom is het sterk aan te raden voedsters op jonge leeftijd te steriliseren. Konijnen zijn vruchtbaar vanaf 3-5 maanden leeftijd. We steriliseren de meeste voedsters rond de 6 maanden leeftijd. Dit betekend dat als de voedster samen met een rammelaar gehouden wordt ze vanaf 3 maanden leeftijd gescheiden moeten worden.
- Gedrag: Voedsters kunnen nog wel eens agressief en dominant zijn naar andere konijnen en ook naar eigenaren op het moment dat ze volwassen zijn. Dit gedrag is hormonaal beïnvloedt. Dus een sterilisatie remt de agressie en dominantie.
- Cystes: Veel niet gesteriliseerde voedsters krijgen cystes op de eierstokken. Deze cystes kunnen weer meer geslachtshormonen afgeven en zo weer andere problemen veroorzaken.
- Tumoren: Hoe jonger de voedster is, hoe minder hormonale invloed er is geweest en dus hoe kleiner de kans op tumoren van de baarmoeder.
- Schijndracht: Schijndracht komt veel voor bij konijnen en is medisch gezien niet schadelijk. Het kan echter wel erg stressvol zijn voor het konijn. Het lichaam gedraagt zich alsof het drachtig is. Er is melkklierontwikkeling en melkproductie, het konijn bouwt een nest (en trekt hier eigen haren voor uit) en kan territoriaal en agressief beschermend worden. Sommige konijnen hebben een verminderde eetlust en kunnen hierdoor maagdarm problemen krijgen. Ook voor de eigenaar en hok genootjes kan dit een stressvolle periode zijn.
Het is een operatieve ingreep die onder narcose gebeurd. De narcose bij konijnen is risicovoller als bij andere huisdieren. Dat risico ligt aan het feit dat konijnen in verhouding meer narcose krijgen, maar ook gevoeliger voor narcose kunnen zijn (sneller bijwerkingen van de narcose hebben). Aan de andere kant is de recovery periode (wakker worden na operatie) erg belangrijk bij konijnen en is ook risicovoller.
Konijnen raken makkelijk onderkoeld in de recovery periode. Een goede recovery, vaak in een couveuse, is zeer belangrijk voor een goed herstel van het konijn. Omdat bij konijnen onder narcose het maag-darmkanaal de neiging heeft om minder (minder motiliteit) te gaan werken, geven we extra medicatie om het maag-darmkanaal op gang te houden.
Ook voldoende pijnstilling is van levensbelang. Ondanks de haken en ogen bij de sterilisatie van een konijn adviseren wij altijd een voedster te steriliseren. Wij hebben in de kliniek ruime ervaring met deze operatie.
Bij konijnen halen we niet alleen de eierstokken maar ook de baarmoeder weg.. De wond is iets groter als bij de kat, omdat de eierstokken dieper in de buik liggen en er vaak ook meer vet rond de baarmoeder en eierstokken zit. Als de eierstokken en baarmoeder zijn verwijderd wordt de buik in 3 lagen gehecht. De huid wordt onderhuids gehecht.
Wij adviseren konijnen rond de 6 maanden leeftijd te steriliseren. Hoe ouder het konijn is hoe meer vet er in de buik aanwezig is. En dit maakt de operatie complexer. Voedsters die ouder zijn dan 4 jaar hebben geen gezondheidsvoordeel meer op het ontstaan van kwaadaardige tumoren. In theorie zouden we de baarmoeder en eierstokken nog kunnen verwijderen, maar er is een kans dat er al uitzaaiingen in andere organen aanwezig zijn. Een röntgenfoto van de borstholte voorafgaande aan de operatie is sterk aan te raden.
